Hulpverleners
Het Kenniscentrum TGG heeft zich in de afgelopen decennia het meest gericht op deze 'doelgroep'. We blijven ons ervoor inzetten om hulpverleners die in aanraking komen met (overlevers van) TGG te ondersteunen, zodat zij de best mogelijke zorg kunnen verlenen aan overlevers.
Politie & justitie
Wij hebben ons als doel gesteld meer interdisciplinair samen te werken, om daarmee de kennis en trauma-sensitiviteit van professionals die werken met overlevers te vergroten. Door een toenemend begrip van de complexiteit van TGG en de symptomen van DIS kan signalering verbeteren.
Media & journalistiek
De media speelt de belangrijke rol in de manier waarop er gesproken wordt over het onderwerp TGG. Wij achten het van groot belang dat journalisten die zich hiermee bezig houden, zich zo goed en volledig mogelijk informeren en de verdeelde visies over TGG kennen. Daar dragen wij graag aan bij.
Termenlijst
- KTGG: Kenniscentrum Transgenerationeel Georganiseerd Geweld
- Transgenerationeel: deze term geeft aan dat het misbruik zich voordoet in opeenvolgende generaties.
- SRA/SRM: De Engelse term SRA staat voor Sadistic (of Satanic) Ritual Abuse, de Nederlandse term SRM staat voor Sadistisch (of Satanisch) Ritueel Misbruik. De vorm van misbruik valt onder TGG. Het geweld dat plaatsvindt bij SRM en TGG is vrijwel identiek. Het onderscheid is dat SRM impliceert dat er een ideologie schuilgaat achter het geweld, terwijl het bij TGG kan gaan om verschillende drijfveren, waaronder ook een financiële motivatie.
- DIS staat voor dissociatieve identiteitsstoornis. Het is een chronische aandoening waarbij twee of meer identiteiten of persoonlijkheden (alters) elkaar afwisselen. De alters hebben een eigen identiteit (naam, leeftijd, geslacht, karakter en herinneringen) die anders is dan die van de hoofdpersoonlijkheid. Onder bepaalde omstandigheden neemt een van deze alters de controle over. Dit kan snel en onverwacht gebeuren. Amnesie - het zich bepaalde ervaringen niet herinneren - komt veel voor en is een belangrijk kenmerk van deze problematiek.
- GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst
- GGZ: Geestelijke Gezondheids Zorg
- TRTC: Top Referent Trauma Centrum (onderdeel van GGZ)
- NW TGG: Noordelijke Werkgroep Transgenerationeel Georganiseerd Geweld.
- STSGG: Samenwerkingsverband Tegen Seksueel Geweld Groningen.
- CSG: Centrum Seksueel Geweld
- CKM: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel
- VTD: Veilig Thuis Drenthe
- LEBZ: Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken
Wat te doen bij een vermoeden van TGG?
In welke relatie je ook tot de persoon staat - therapeut, arts, docent, vriend(in) - de inhoud en strekking van wat verteld wordt, zal ingrijpend zijn. Reacties als verbijstering, ongeloof, afkeer, fascinatie, heftige emoties komen waarschijnlijk voor bij iedereen, die hiermee in aanraking komt.
Het is goed in gedachten te houden, dat je te maken hebt met een mens, die ernstig beschadigd is in het kunnen vertrouwen in zichzelf en andere mensen. Het feit dat de ander de moed heeft te durven vertellen, geeft aan dat er in ieder geval een kiem van hoop aanwezig is. Er is veel behoedzaamheid nodig in dit contact.
De hieronder gegeven tips zijn bedoeld om hierbij ondersteuning te bieden.
- Luister met een open houding.
- Stel vragen zo, dat er ruimte voor de ander is om ze op een eigen wijze wel of niet te beantwoorden.
- Luister met betrokkenheid, zonder emoties te benadrukken.
- Erken de autonomie van de ander in je houding als geheel, in alles wat je zegt en doet.
- Laat ruimte en verantwoordelijkheid bij de ander voor het eigen leven en keuzes daarin.
- Bevestig de ander in zijn of haar overlevingskracht.
- Houd rekening met de volgende mogelijkheden:
- dat de betrokkene kan terugschrikken en zich heen en weer beweegt tussen het vertellen van ervaringen en het bagatelliseren of ontkennen ervan;
- dat er sprake kan zijn van vervorming in tijdsbeleving bij de ander;
- dat je (ongemerkt) met verschillende persoonlijkheidsdelen in gesprek kunt zijn, waardoor er discontinuïteit in het gesprek ontstaat, dat dingen die zojuist verteld zijn niet herinnerd of ontkend worden, etc.
- dat (kleur van) je kleding of woordgebruik bij de ander als trigger kunnen worden beleefd door cult-ervaringen. Ga serieus in op wat de ander hierover meldt. Stel daarnaast wat dit voor jou inhoudt/betekent. Je hoeft geen beloftes te doen bepaalde kleding nooit meer te dragen, bepaalde woorden niet meer te gebruiken.
- Wanneer de ander in een staat van herbeleving komt: werk er naar toe dat deze weer in het hier en nu terugkomt. Doe dat heel concreet en betrek de zintuigen daarbij, door te benoemen wat er hier en nu is (te zien: de ruimte waar je bent, geluiden, aanraken van bijvoorbeeld de stoel waar je op zit).
- Wanneer kind-persoonlijkheidsdelen zich manifesteren, werk er dan zo mogelijk naar toe dat de ander weer terugkomt in een volwassen staat van zijn, ruim voor het gesprek wordt afgerond.
- Let op de grens van de tijd, die een gesprek in beslag neemt.
- Rond het gesprek zo af, dat dit bevestigend is voor de ander als persoon en bied de mogelijkheid aan voor een volgend gesprek.
- Wees duidelijk over de (on)mogelijkheden van contact tussen de gesprekken (telefoon, mail, app) over de frequentie daarvan, wel/niet beantwoorden.
- Neem bij het afronden van het gesprek tijd om te bespreken hoe het voor de ander is om hierover gesproken te hebben en hoe hiermee om te gaan in de komende tijd.
- Bied, als dit nodig en mogelijk is, concrete ondersteuning voor het omgaan met het dagelijks leven. Dit kan een gestructureerd onderdeel uitmaken van de gesprekken.
- Neem voor jezelf de tijd na het gesprek om wat je gehoord en ervaren hebt een plek te geven.
- Zorg dat je niet alleen blijft met wat op je af komt. Zoek iemand die geheimhoudingsplicht heeft, die je vertrouwt in relatie tot dit onderwerp en die bereid is tot ondersteuning en meedenken.
Wat NIET te doen bij vermoeden van TGG?
- Doe geen beloftes, waarvan je niet zeker weet dat je ze kunt nakomen.
- Zeg niet dat de ander je kan vertrouwen.
- Stel geen waarom-vragen; deze kunnen makkelijk als verwijt worden opgevat.
- Stel geen vragen, die de suggestie wekken dat je het waarheidsgehalte van wat verteld wordt, ter discussie stelt.
- Zeg ook niet dat je alles wat de ander je vertelt, gelooft. Dit zou de ander het gevoel kunnen geven geen vergissingen te mogen maken met betrekking tot feiten en herinneringen. Het woord geloven kan beter achterwege blijven.
- Vul geen feiten in voor de ander (oh, dus zo is het gegaan, dat…).
- Doe geen suggesties van hoe het gegaan zou kunnen zijn.
- Vul geen emoties in voor de ander.
- Neem de (mogelijke) angst van de ander dat de cult overal en alom tegenwoordig is serieus, maar ga er niet in mee. Help de ander waar mogelijk onderscheidingsvermogen te ontwikkelen.
- Oefen geen druk uit op de ander om de sekte te verlaten. Houd voor ogen, dat het voor de ander veiliger kan voelen het netwerk (nog) te volgen in plaats van te verlaten. Hij/zij kan zich onder druk voelen staan en/of is bezorgd om dierbaren.
- Probeer niet de ander ertoe te bewegen naar de politie te stappen.
- Neem geen verantwoordelijkheden op je, die bij de ander horen.